Het gerechtshof in
Den Haag heeft geoordeeld dat de
avondklok niet op basis van de verkeerde rechtsgronden is ingevoerd. Daarmee vernietigt het hof het oordeel van de voorzieningenrechter op 16 februari.
Die rechter kwam tot de conclusie dat bij het invoeren van de avondklok onterecht gebruik is gemaakt van de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag (Wbbbg), bedoeld voor acute noodsituaties. Daarbij gaf de rechter het voorbeeld van een dijkdoorbraak waarbij acute actie vereist is.
"Het gerechtshof heeft echter geoordeeld dat er wel degelijk sprake is van buitengewone omstandighedendie het invoeren van de avondklok mogelijk maken", staat in een verklaring van het gerechtshof. "De coronapandemie is hiervoor voldoende aanleiding. De regering mocht uitgaan van het advies van het Outbreak Management Team.