De 57-jarige man die vorig jaar een medewerkster dood stak in een Haagse supermarkt, is niet volledig ontoerekeningsvatbaar. Dat standpunt nam het
Openbaar Ministerie vandaag in tijdens de
rechtszaak. "Hoe onbegrijpelijk we zijn motief misschien ook vinden, dat sluit niet uit dat hij planmatig te werk ging," zei de officier van justitie.
Volgens het Openbaar Ministerie is er geen twijfel dat verdachte degene was die op 20 juni vorig jaar een medewerkster dood stak in een supermarkt aan de Turfmarkt in Den Haag. Verdachte heeft bekend en op camerabeelden uit de supermarkt is te zien hoe hij het 36-jarige slachtoffer meerdere keren heeft gestoken.
Het ging daarom op zitting vooral om de vraag in hoeverre de moord hem valt aan te rekenen. Deskundigen hebben onderzoek gedaan naar zijn geestestoestand en geconcludeerd dat verdachte ten minste sterk verminderd toerekeningsvatbaar is. Er is onder meer sprake van ernstige, terugkerende psychosen, waarbij grootheids- en paranoïde waandenken voorop staan. Dat betekent echter niet dat hij geen enkele keuzevrijheid had, beargumenteerde de officier van justitie. "Verdachte liep al langer met zijn boosheid rond, maar heeft zich altijd kunnen inhouden."
Wraakgevoelens
Verdachte was op 10 juni vrij gekomen uit de gevangenis, nadat hij door de rechtbank was vrijgesproken voor diefstal in een supermarkt. Vanaf dat moment wilde verdachte wraak nemen op de supermarktketen, omdat het volgens hem hun schuld was dat hij vast had gezeten. "Ik was boos," vertelt hij daarover. "Toen ik uit de gevangenis kwam heb ik gezworen [...] als wraak ga ik een Hollandse vrouw of man doodmaken, zo snel mogelijk, als ik de kans krijg."
Maar tussen 10 en 20 juni is verdachte in meerdere supermarkten geweest en heeft daar geen geweld gepleegd. "Hij heeft zijn woede eerder onder controle kunnen houden," concludeerde de officier van justitie, "waaruit blijkt dat er dus enige keuzevrijheid was."
Anderen voorbij gelopen
Ook het handelen van verdachte in de supermarkt wijst volgens het Openbaar Ministerie op doelbewuste keuzes van verdachte. "Hij wilde zijn wraak zo effectief mogelijk uiten. Het moest een witte medewerker zijn, zodat hij niet alleen de supermarkt zou raken maar ook een breder statement tegen discriminatie kon maken. Hij is vervolgens welbewust ander personeel van de supermarkt gepasseerd en heeft zijn oog toen laten vallen op het uiteindelijke slachtoffer."
"Hoe onbegrijpelijk of onlogisch wij het wraakmotief van verdachte misschien ook vinden, dat sluit niet uit dat hij planmatig te werk ging," concludeerde de officier van justitie. "Hij heeft weloverwogen een doel bepaald, is aan diverse medewerkers voorbij gelopen, tot hij iemand vond die voldeed aan de eisen die hij aan zijn doel stelde."
Achteraf benadrukt verdachte dat hij spijt heeft, maar vooral omdat het slachtoffer een Roemeense vrouw bleek te zijn. Daarover zei hij: "Toen ik erachter kwam dat die vrouw geen Hollander was, had ik meer spijt. Maar als het een Hollander was, had ik geen spijt gehad. Dan was ik de gelukkigste man van de wereld!"
Grote impact
De officier van justitie benadrukte op zitting de enorme impact die de moord heeft gehad. Om te beginnen op de nabestaanden van het slachtoffer, die het verlies de rest van hun leven met zich mee moeten dragen. Maar ook voor collega's van het slachtoffer en klanten van de supermarkt geldt dat zij dit nooit zullen vergeten. En de moord raakte de samenleving als geheel. Dat wordt onderschreven door de grote aandacht voor de zaak en de stille tocht die zo veel mensen trok.
Uit de rapportages werd duidelijk dat de maatregel tbs met dwangverpleging noodzakelijk wordt geacht om de maatschappij te beschermen tegen verdachte. Daarnaast zou een langdurige gevangenisstraf volgens het Openbaar Ministerie op zijn plaats zijn, omdat de moord verdachte deels wel kan worden aangerekend en hij daarnaast een strafblad heeft dat bol staat van de geweldsmisdrijven.
Het Openbaar Ministerie eiste 10 jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.