Een 39-jarige vrouw uit Rheden wordt ervan beschuldigd geprobeerd te hebben haar pasgeboren dochter van een week oud om te brengen. Deze informatie kwam aan het licht tijdens een regiezitting in de rechtbank van Arnhem, waar overlegd werd over de noodzakelijke stappen voor de inhoudelijke behandeling van de zaak.
De mishandeling van de baby zou hebben plaatsgevonden in hun woning tussen november en december 2018. Het letsel werd waargenomen toen het kind met hersenletsel opgenomen werd in het ziekenhuis.
In eerste instantie gaven de twee oudere kinderen van de vrouw, toen 3 en 5 jaar oud, aan dat zij de baby hadden laten vallen. Na hun plaatsing bij pleegouders getuigden ze echter dat hun moeder de baby had mishandeld. Een van hen zou ook betrokken zijn geweest bij de mishandelingen.
Door een langdurig onderzoek, mede vertraagd door de coronapandemie, wordt de zaak nu pas behandeld.
Het Openbaar Ministerie stelt dat de vrouw haar baby meerdere keren mishandeld heeft. Ze zou haar onder andere bij de borstkast hebben gegrepen en door elkaar hebben geschud of op de grond hebben gegooid. Tevens zou ze de baby tegen een deurkozijn hebben gehouden terwijl ze de deur verscheidene keren dichtsloeg en ze zou haar op verschillende plekken hebben geslagen, gestompt of getrapt.
Het kind heeft als gevolg van deze mishandelingen blijvend letsel aan het hoofd opgelopen. Ze woont momenteel bij pleegouders, samen met haar drie andere broers en zussen.
De verdachte ontkent dat ze haar baby enig letsel heeft toegebracht. Ze weigert mee te werken aan psychologisch onderzoek en wil niet dat de pleegouders spreekrecht krijgen tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak volgend jaar. Een deskundige zal tijdens deze zitting getuigen over hoe de verwondingen bij het meisje zijn ontstaan.