Contant geld in huis? Dit is belangrijk om te weten over nieuwe regels

Wat ooit gold als een verouderde gewoonte van opa’s en oma’s, maakt een opvallende comeback: contant geld bewaren in huis. Niet uit nostalgie, maar uit noodzaak. In een samenleving die volledig leunt op digitale betaalmiddelen, blijkt cash ineens weer goud waard.

Banken en overheidsexperts adviseren steeds vaker om een bescheiden hoeveelheid contant geld achter de hand te houden. De reden? Stroomstoringen, cyberaanvallen of technische problemen kunnen het digitale betalingsverkeer volledig platleggen. In zo'n situatie is je pinpas nutteloos en is briefgeld het enige waarmee je nog een brood kunt kopen.

De afhankelijkheid van technologie in ons dagelijks leven groeit, maar diezelfde technologie is niet onfeilbaar. Als betaalautomaten massaal uitvallen of contactloos betalen ineens niet meer werkt, is contant geld je enige vangnet. Om deze reden wordt er gewerkt aan richtlijnen over hoeveel cash gezinnen standaard zouden moeten hebben.

Wettelijk gezien mag je in Nederland zoveel contant geld in huis houden als je wilt. Toch kijkt de Belastingdienst wel mee. Vanaf 2025 gelden er duidelijke grenzen: alleenstaanden mogen tot €661 belastingvrij aan cash thuis hebben, fiscale partners gezamenlijk €1322. Heb je meer? Dan moet je het opgeven in je belastingaangifte – doe je dat niet, dan loop je kans op naheffingen of boetes.

Wat veel mensen verrast, is dat zelfs geld dat gewoon in een lade ligt en niets oplevert, toch wordt belast. De Belastingdienst hanteert een fictief rendement (in 2025: 1,44%) waarover je 36% belasting betaalt. Oftewel: jouw stil liggende geld kost je geld.

Een ander obstakel: geld opnemen bij de bank is lastiger dan je denkt. Banken hanteren strikte opnamebeperkingen, zowel om fraude te bestrijden als om geldstromen te monitoren. Zo kun je bij ING standaard maar €500 per dag opnemen, tenzij je dat tijdelijk verhoogt. Grote opnames kunnen bovendien automatisch argwaan wekken bij instanties als de FIOD. Het is dus verstandig om een duidelijke reden te hebben als je grotere bedragen wilt opnemen.

Veiligheid is een andere belangrijke factor. Contant geld is gevoelig voor diefstal, brand of waterschade. Inboedelverzekeringen vergoeden vaak slechts enkele honderden euro’s aan cash. Heb je meer in huis, dan loop je zonder extra beveiliging een flink risico. Een stevige, brandwerende kluis is dan geen overbodige luxe.

Toch benadrukken experts dat een kleine cashreserve in huis wél verstandig is – mits je het slim aanpakt. Het biedt een vangnet voor noodgevallen en zorgt ervoor dat je niet volledig afhankelijk bent van systemen die kunnen haperen.

De terugkeer van ‘matrasgeld’ is dus geen sprong terug in de tijd, maar juist een vooruitziende maatregel in een wereld die steeds kwetsbaarder wordt. Wat vroeger ouderwets leek, blijkt nu ineens modern en verstandig. Zorg alleen dat je weet wat je doet – en wat het je kost.

Hoeveel cash hou jij in huis, en waarom? Laat het weten op onze Facebookpagina en praat mee!