De Nederlandse overheid zet binnenkort een belangrijke stap in de strijd tegen financieel-economische criminaliteit. Maar deze maatregel kan ook op veel kritiek rekenen. Er komt namelijk een maximum aan het bedrag dat contant mag worden betaald.
Vanaf het moment dat de nieuwe wet in werking treedt, mogen transacties van boven de 3000 euro niet langer met contant
geld worden afgerekend. Het voorstel hiervoor kreeg brede steun in de Tweede Kamer, hoewel de precieze hoogte van de limiet voor enige discussie zorgde.
Het nieuwe beleid komt niet uit de lucht vallen. Het kabinet wil met deze maatregel witwaspraktijken, vaak gelinkt aan criminele organisaties, beter kunnen bestrijden. Grote hoeveelheden contant geld maken het immers makkelijker om illegale activiteiten te verbergen, omdat deze transacties minder makkelijk te traceren zijn dan betalingen via de bank. Door een limiet op contante betalingen te zetten, wordt het voor criminelen lastiger om grote geldstromen te verplaatsen zonder opgemerkt te worden.
Momenteel is er in Nederland nog geen wettelijk maximum aan het bedrag dat contant mag worden betaald. Consumenten kunnen hierdoor in principe onbeperkt contant betalen. Dit is volgens de regering een zwakte in het financiële systeem die misbruik in de hand werkt. Vooral grote bedragen worden vaak in verband gebracht met witwassen, wat de aanleiding is voor de voorgestelde verandering.
Hoewel het nieuwe limiet van 3000 euro uiteindelijk brede steun kreeg, waren er partijen die zich zorgen maakten over de hoogte van het bedrag. Met name NSC, PVV en BBB waren van mening dat een limiet van 3000 euro te laag is en wilden deze verhogen naar 10.000 euro. Zij vrezen dat een strenge limiet nadelige effecten kan hebben op de economie en consumenten beperkt in hun vrijheid om met contant geld te betalen. Bovendien, zo stellen zij, zijn er nog altijd situaties waarin cashbetalingen van grotere bedragen nodig of gebruikelijk zijn, bijvoorbeeld bij de aankoop van voertuigen of andere waardevolle goederen.
Ondanks hun pleidooi voor een hogere grens, was er onvoldoende steun in de Kamer om dit voorstel door te voeren. Partijen als de VVD, PvdA, GroenLinks en D66 bleven bij het standpunt dat een limiet van 3000 euro noodzakelijk is om Nederland te beschermen tegen criminele geldstromen. De ministers Eelco Heinen (Financiën) en David van Weel (Justitie en Veiligheid) verdedigden het gekozen bedrag door te wijzen op vergelijkbare limieten in andere Europese landen. Zo hanteren zowel België als Frankrijk vergelijkbare grenzen, en het risico zou groot zijn dat Nederland een aantrekkelijk doelwit voor criminelen zou worden als de limiet hier hoger lag dan bij de buren.
Ook De Nederlandsche Bank (DNB) heeft zich gemengd in de discussie rond de limiet voor contante betalingen. Hoewel de bank erkent dat contant geld een belangrijk onderdeel blijft van het betalingsverkeer, met name voor mensen die minder digitaal vaardig zijn of minder toegang hebben tot online betalingen, ziet DNB ook de noodzaak om witwassen tegen te gaan. Een limiet op contante betalingen kan daaraan bijdragen, mits de hoogte van die limiet zorgvuldig wordt gekozen. Voor veel mensen zijn contante betalingen nog steeds een handige en soms noodzakelijke manier om hun aankopen te doen, en daar moet volgens DNB rekening mee worden gehouden.
De nieuwe limiet op contante betalingen zal naar verwachting niet alleen impact hebben op het witwassen en andere criminele activiteiten, maar ook op de manier waarop consumenten en bedrijven hun transacties uitvoeren. Terwijl de meesten inmiddels gewend zijn aan digitale betalingen, blijft contant geld voor sommige sectoren, zoals horeca of de detailhandel, een belangrijk betaalmiddel. Voor deze sectoren zal de nieuwe wet een aanpassing vergen in de manier waarop ze grote betalingen verwerken.
Critici van de limiet waarschuwen dat deze wetgeving mogelijk een stap richting een volledig cashloze samenleving betekent, iets waar niet iedereen op zit te wachten. Tegelijkertijd benadrukken voorstanders dat de maatregel nodig is om Nederland minder aantrekkelijk te maken voor criminele netwerken die gebruik maken van de anonieme aard van contante betalingen om hun geldstromen te verbergen.
Tijdens de stemming in de Tweede Kamer bleek dat niet alle partijen tevreden waren met de grens van 3000 euro. DENK, SGP, JA21 en FVD stemden mee met het voorstel van NSC, PVV en BBB voor een hogere limiet van 10.000 euro, maar dit voorstel haalde het niet. Ondanks hun zorgen, stemde NSC uiteindelijk toch in met het oorspronkelijke wetsvoorstel, terwijl PVV en BBB bij hun tegenstem bleven.
Met de nieuwe wetgeving neemt Nederland een duidelijke positie in op het gebied van financieel toezicht en de aanpak van criminaliteit. De invoering van de limiet is een concrete stap in het tegengaan van illegale geldstromen, en de komende maanden zal blijken hoe groot de impact op zowel de criminaliteit als de dagelijkse transacties zal zijn.