Terwijl Nederlanders zich opmaken voor nieuwe stijgingen van de benzineprijzen, blijkt uit gegevens van de Rijksoverheid dat de huidige relatief lagere prijzen aan de pomp het resultaat zijn van een tijdelijke accijnsverlaging. Deze maatregel, bedoeld om de last van hoge brandstofkosten te verlichten, zal eind 2024 aflopen.
Op dit moment betaal je voor een liter Euro95 gemiddeld €2,2780 en voor diesel €1,9920. Langs de snelwegen ligt de prijs voor Euro95 zelfs rond de €2,40 per liter. Deze prijzen zijn echter gebaseerd op verlaagde accijnstarieven die vastgesteld zijn om economische schokken op te vangen. Een belangrijk detail is dat er voor 2024 geen inflatiecorrectie op de accijnzen zal plaatsvinden, waardoor deze gelijk blijven aan die van 2023.
Echter, met het vooruitzicht dat deze accijnsverlagingen aflopen, zal de prijs van benzine na 31 december 2024 naar verwachting stijgen met €0,25 per liter en diesel met €0,15 per liter. Dit zou betekenen dat de kosten voor een liter Euro95 stijgen naar een verwachte €2,5280, met prijzen langs de snelweg die zelfs kunnen oplopen tot boven de €2,70. Voor diesel verwacht men een stijging naar meer dan €2,14 per liter.
De vooruitzichten zijn somber als we naar de toekomst kijken. Marktanalisten voorspellen dat de prijzen voor brandstoffen verder zullen stijgen door een combinatie van internationale marktdynamieken en de terugkeer van de volledige accijnstarieven. Het is zelfs niet ondenkbaar dat de prijzen aan de pomp de grens van €3,00 zullen doorbreken, vooral bij tankstations langs snelwegen.
Voor Nederlanders die in de grensgebieden wonen, zou tanken in buurlanden zoals Duitsland en België een aantrekkelijk alternatief kunnen worden om de hoge kosten enigszins te ontlopen. De situatie benadrukt een groeiende urgentie voor alternatieve energiebronnen en het verminderen van afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.