In de woning aan de Zonnedauwhof in Roermond, waar in de nacht van donderdag op vrijdag een brand woedde, is zaterdagochtend een stoffelijk overschot geborgen. Naar alle waarschijnlijkheid betreft het de bewoner van het pand.
De hulpdiensten concludeerden al snel dat er sprake was van brandstichting. Omdat de hulpdiensten geen contact kregen met de bewoner, bestond het vermoeden dat deze zich mogelijk nog in de woning bevond. Vanwege het gevaar voor instorting kon de brandweer niet naar binnen, waardoor vrijdag drones werden ingezet om eventuele slachtoffers te zoeken. Dit leverde geen resultaten op.
Schouw op het lichaam moet hier definitief uitsluitsel over geven.
Omdat het niet veilig was om het pand eerder te betreden, heeft het tot zaterdagochtend geduurd voordat medewerkers van Forensische Opsporing de woning konden binnengaan. Daar troffen ze het stoffelijk overschot aan.
Hoe de brand is ontstaan, is nog niet duidelijk. Daartoe vindt verder onderzoek plaats.