Het is 2 mei 2022, een dramatische situatie speelt zich af in Velddriel. Een 2-jarige peuter wordt met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Het meisje is buiten bewustzijn. De oorzaak blijkt een GHB-vergiftiging. In een woning in Velddriel worden de 23-jarige moeder en haar eveneens 23-jarige (ex)-partner aangehouden. Zij hebben volgens het OM zeer onvoorzichtig gehandeld door een flesje van de gevaarlijke, verslavende stof GHB te laten rondslingeren. De toestand van het meisje was kritiek. Zij herstelde wel zonder blijvende schade. De verdachten hoorden in de rechtbank in Arnhem 180 uur werkstraf tegen zich eisen, plus respectievelijk 2 en 4 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf.
De ouders draaien er in eerste instantie omheen, zij verklaren verschillend. Vertellen iets over een flesje dat het meisje in de speeltuin zou hebben gevonden, of dat vrienden het flesje hadden achtergelaten na een feestje. Tijdens de zitting bekennen beide verdachten dat het flesje GHB in de woning was, voor eigen gebruik. Het OM benoemde dat de verdachten meer gevaarlijke stoffen in huis hadden waar het kind bij zou kunnen. De officier van justitie: “Bizar dat er gewoon morfine op de vloer van de badkamer lag.”
De officier van justitie rekent de verdachten het drama zwaar aan: “Het meisje was aan hun zorg toevertrouwd. Zij was twee jaar, een leeftijd waarop kinderen nieuwsgierig zijn, alles in hun mond stoppen en zich aan je toezicht onttrekken. Het is de taak van ouders en verzorgers om hun kinderen liefdevol op te voeden, te begrenzen maar vooral ook om ze juist voor dit soort ellende beschermen. Een kind moet daarop kunnen vertrouwen. Het laten rondslingeren van drugs is het domste wat je kunt doen. En dan, van de verschillende soorten drugs, is GHB een van de gevaarlijkste en bovendien illegaal. Het is superverslavend en je maakt het zelf, nota bene van rioolontstopper.”
Verdachten hebben vanaf het eerste begin gelogen en niet de verantwoordelijkheid genomen voor hun daden. “Ik ben blij dat vandaag op zitting beide verdachten hebben toegegeven hoe het echt zat en dat zij beiden aan hebben gegeven dat zij verantwoordelijk zijn voor wat er is gebeurd. Ik zie dat het hen heeft geraakt en ik wens hen toe dat zij hun problemen te boven komen en goede ouders kunnen zijn.” Volgens de officier zijn beide verdachten in gelijke mate verantwoordelijk voor het incident en hebben zij in gelijke mate schuld. Hij eiste tegen beiden een werkstraf van 180 uur.
De officier eiste bovendien voor een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden voor de ex-partner en 2 maanden voor de moeder, beiden met een proeftijd van 2 jaar. Tegen de ex-partner is een zwaardere voorwaardelijke straf geëist in verband met zijn drugsgebruik, waarvoor hij behandeld moet worden. De officier: “Zie het maar als een extra stok achter de deur."
beeld: ter illustratie